In het begin heb ik veel beelden van steen gemaakt.
Werken met klei is makkelijker, maar klei heeft zijn geheimen.
De kleine beelden zijn vanzelf-sprekend ontstaan.
Archaïsche, Griekse, Egyptische, Assyrische en Soemerische sculptuur zijn voor mij belangrijk geweest. Ik voel me ook verwant met oude Amerikaanse beschavingen.
Norman Trapman heeft kegel-vormige zuilen voor me gedraaid, waarin ik met een spijker tekens en vormen heb gekrast.
Om beelden te maken waar ik het negatieve en het positieve kan laten zien ben ik begonnen met kleine ontwerpen uit papier te snijden: die zijn ook uitgevoerd in ijzer.
Om lichte zwevende ruimten te ontwerpen werk ik met Tyvek, waar o.a. vliegers van gemaakt worden.
Maskers en dromen. Wanneer ik in Frankrijk in de Provence ben, wandel ik veel en vind ik de meest wonderlijke dingen. Zo zijn mijn maskers ontstaan.
Eenvoud brengt een grote mate van verantwoordelijkheid met zich mee.
We modelleren klei tot een pot. Maar het is de leegte daarbinnen die bevat wat we maar willen.
Het klinkt allemaal heel mooi, maar hoe bereik je de ‘verborgen zin van de dingen’? Daar moet je iedere dag opnieuw aan beginnen.